Zowel bij gecertificeerde bedrijven als bij andere schema’s bestaat er nogal eens onduidelijkheid over de rol van (andere) schemahouders. Sommige bedrijven zien de schemahouder als de ‘politieagent’ die regeltjes handhaaft. Sommige veiligheidsschema’s zien collega-schemahouders als concurrenten. Jammer! Want als het gaat om het maatschappelijk belang (diervoederveiligheid) zouden er geen concurrenten, maar alleen coalities moeten zijn.
Johan den Hartog
Managing Director, GMP+ International
‘Samen’ is één van de kernwaarden van GMP+ International. Een algemeen principe binnen GMP+ Feed Safety Assurance (GMP+ FSA) is dat alle deelnemers samen de verantwoordelijkheid voor diervoederveiligheid binnen de gehele keten delen. Maar ‘samen’ slaat net zo goed op de relatie tussen de diervoederketen, de voedselketen en de retail; veilig voedsel kan immers niet zonder veilig diervoeder.
Met onze ketenbenadering draagt GMP+ FSA bij aan een veilig productieproces: van collectie en transport tot opslag en uiteindelijke productie. Strikt genomen houdt daar onze verantwoordelijkheid op. Maar het zou jammer zijn als het harde werken van de diervoederketen tenietgedaan wordt door onachtzaamheid in de keten die erop volgt.
De visie van GMP+ International stelt boven alles dat ‘iedereen in de wereld toegang moet hebben tot veilig voedsel’. Om dat te bereiken, moet elk bedrijf binnen de diervoedersector toegewijd zijn aan veilig voer. Hoewel onze standaarden ophouden aan het einde van het productieproces, zijn we het aan onze missie – en natuurlijk de maatschappij – verplicht om óók zorg te dragen voor een optimale verbinding met het daarna volgende deel van de voedselketen.
Dus zoekt GMP+ International actief naar partnerships met schema’s en organisaties ‘verderop’ in de keten. Samenwerkingsverbanden – in de vorm van onderlinge afstemming over voorwaarden, informatie-uitwisseling, en stroomlijning van bijvoorbeeld integriteitsbeleid – zijn er onder meer in Nederland (IKB’s en ZuivelNL), Duitsland (QM-Milch), Polen (Polish Beef Association) en wereldwijd (Global GAP).
Met ruim 18.000 gecertificeerde bedrijven in zo’n 89 landen voelen wij de verantwoordelijkheid om ons schema – en daarmee diervoederveiligheid – te verankeren in de wereldwijde waardeketen.
Concreet betekent dit dat partijen als veehouderijen, voedselproductiebedrijven en de retail GMP+ International niet zien als kritische buitenstaander, maar als betrouwbare partner. Dit geldt trouwens net zo goed voor andere schema’s voor diervoederveiligheid; één wereldwijd schema is niet realistisch, dus kun je maar beter de handen ineenslaan om waar mogelijk de eisen aan diervoederveiligheidsborging te harmoniseren.
We hopen dat u samen met ons wilt zoeken naar wederzijds vertrouwen, omdat we ook sámen verantwoordelijk zijn voor een veilig voedsel voor iedereen.