Met gecertificeerde bedrijven in alle uithoeken van de wereld zijn online tools al jarenlang onmisbaar voor een goed werkend certificatieschema. Die digitale dienstverlening kreeg onlangs een impuls met de introductie van digitale examens en een e-learningmodule. Maar de coronaviruspandemie vraagt misschien wel om meer radicale stappen.
Johan den Hartog
Managing Director, GMP+ International
Hoe certificeren we? Hoe zorgen we voor optimale bereikbaarheid? Hoe brengen we kennis over? Hoe verzamelen we feedback? Met een wereldwijde community spelen deze (en meer) vragen een belangrijke rol in de uitwerking van ons schema en onze aanvullende dienstverlening.
Nieuwe informatie- en communicatietechnologieën kunnen het bereik en de effectiviteit van het GMP+ certificatieschema en onze ondersteunende activiteiten vergroten. Zo vindt sinds enkele maanden de examinering van nieuwe auditoren van certificatie-instellingen online plaats, waardoor zij niet meer hoeven af te reizen naar een fysieke locatie. De keuze hiervoor werd al gemaakt vóórdat het coronavirus losbrak, maar de pandemie bracht de doorvoering ervan in een stroomversnelling. Daarom kunnen de examens, ondanks de reisbeperkingen, gewoon plaatsvinden.
Er gebeurt echter meer online. Op 18 mei lanceerden wij, in het kader van de GMP+ Academy, een gloednieuwe e-learningmodule. De eerste editie gaat over HACCP. De training, die ongeveer een halfuur in beslag neemt, toetst via een vragenlijst de kennis van gebruikers en geeft toelichting bij de antwoorden. Zo kunnen bedrijven in regio’s waar minder basiskennis voorhanden is, hun medewerkers op laagdrempelige wijze kennis laten maken met de wereld van diervoederveiligheid.
Toch laten dergelijke vernieuwingen óók zien hoe snel digitale mogelijkheden kunnen worden ingehaald door de tijd. Bovengenoemde tools werden al ontwikkeld voordat het coronavirus uitbrak. Maar met de huidige pandemie zijn ze verworden van leuke ‘nice-to-haves’ tot cruciale ‘must-haves’.
Net zoveel andere organisaties plaatst de pandemie ook GMP+ International en onze certificatie-instellingen voor grote uitdagingen en nieuwe vragen. Door de diverse lockdowns vinden audits niet of in slechts beperkte mate op locatie plaats. Daarom onderzoeken we de mogelijkheid om audits op afstand (remote) te verrichten. Via videoverbinding, gegevensuitwisseling, of toegang tot databestanden. Natuurlijk zitten daar haken en ogen aan: de verkregen informatie moet wel ‘objective evidence’ opleveren.
We kunnen het ons simpelweg niet (meer) veroorloven om zulke uitdagingen uit de weg te gaan. De vraag is niet óf we remote audits moeten invoeren, maar hoe en wanneer. Bovendien maakt de urgentie van het moment ook creatief. Worden audits straks voordeliger én duurzamer? Welke rol kunnen bijvoorbeeld geavanceerde technologiën als big data en blockchain vervullen? Welke andere technologieën zijn beschikbaar? Moeten we ‘beyond auditing’? En zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de methodologie van werken en de competenties van de auditoren?
Zo blijven er vragen en uitdagingen bijkomen in onze voortdurende zoektocht naar Feed Safety Worldwide. Dat houdt scherp. En met een wereldwijde en betrokken community van kennisintensieve partners hebben we er alle vertrouwen in dat deze nieuwe vragen en uitdagingen zullen leiden tot een verdere versterking van de diervoederborging wereldwijd.