Diervoederveiligheid verbindt. Dat is een belangrijke les uit 25 jaar borging van diervoederveiligheid. In 1992 werd in Nederland de eerste code opgericht voor de beheersing van diervoederveiligheid. Deze code richtte zich op de productie van mengvoeder en voormengsels. Sindsdien heeft het certificatieschema veel verbindingen gelegd. Op dit moment vereist de borging van diervoederveiligheid een gigantisch netwerk dat participeert en samenwerkt. “We blijven dit netwerk faciliteren”, zegt Johan den Hartog, managing director van GMP+ International.
De belangrijkste prioriteit voor zijn organisatie is dat het GMP+ Feed Certification scheme bedrijven helpt bij het produceren van veilig diervoeder. In de eerste periode van GMP+ werd de code ontwikkeld als reactie op incidenten en crises met onveilig diervoeder. De huidige levensfase van het schema is veel proactiever. Om toekomstige ontwikkelingen in de gaten te kunnen houden, betrekt GMP+ International gecertificeerde bedrijven en hun omgeving bij de ontwikkeling van het certificatieschema.
Dit jaar viert GMP+ International haar 25e verjaardag en benadrukt ze haar betrokkenheid in de industrie met een internationaal evenement in Amsterdam, van 1 tot en met 3 november 2017. Tijdens dit evenement blikt GMP+ International terug op het verleden, maar focust ze zich vooral op de toekomst. Johan den Hartog, managing director bij GMP+ International: "We waarderen de inspanningen die men heeft geleverd om de omgeving te creëren die heeft geleid tot de uitbreiding van het schema zoals we dat op dit moment kennen, maar dit jaar kijken we vooruit naar de trends en ontwikkelingen die voor ons liggen.
Eigenschappen van het huidige GMP+ FC scheme weerspiegelen problemen uit de afgelopen 25 jaar. Als gevolg van incidenten met de besmetting van diervoeder, hebben de marktdeelnemers en de autoriteiten het proces versneld. De eerste Gedragscode werd in 1992 opgesteld en heette GMP. Deze werd in 1995 geïntegreerd in kwaliteitsbeheer, in overeenstemming met ISO 9001. De BSE-crisis in Europa onderstreepte vervolgens waarom het zo belangrijk was om de borging van diervoederveiligheid proactiever te maken. HACCP verscheen ten tonele en het schema werd uitgebreid naar de leverketen (1999). Dit maakte het mogelijk om sneller te anticiperen op incidenten: early warning en tracking and tracing werden geïntroduceerd in 2000. Vervolgens ging het schema internationaal (in 2001), met op dit moment bedrijven in meer dan 80 landen.
Op deze manier zijn veel bedrijven betrokken bij de aanpak van het realiseren van veilig diervoeder. Dat leidt ook tot veel wensen met betrekking tot de verduidelijking van het schema. GMP+ International heeft besloten om hen actief te betrekken bij de ontwikkeling van het schema. In 2010, werd de multi-stakeholderparticipatie geïntroduceerd. Dit heeft een cruciale rol in de aansluiting van het schema bij de praktijk en de gigantische diversiteit die in het wereldwijde speelveld bestaat en tussen de bedrijven die GMP+ FSA-gecertificeerd zijn. Het heeft de wereldwijde verschillen tussen overheids- en marktvoorwaarden beter geaccentueerd. Zonder afbreuk te doen aan de minimumvoorwaarden voor de borging van veilig diervoeder, introduceerde GMP+ International de mogelijkheid tot het voldoen aan regionale wensen met betrekking tot het schema. In 2011 werden country notes geïntroduceerd. Hierna volgde het verlangen om certificatie voor veilig diervoeder te laten aansluiten bij andere aspecten die certificatie vereisen, zoals duurzaamheidsvoorwaarden van grondstoffen als soja en palmolie. GMP+ International heeft hierop geanticipeerd met de GMP + Feed Responsibility Assurance (FRA) Module, die in 2013 de mogelijkheid introduceerde tot one-stop multi certification.
In de tussentijd is het secretariaat van GMP+ International veranderd in een kenniscentrum voor de vele aangesloten bedrijven. Voor vragen over hoe te voldoen aan de voorwaarden voor certificatie of over de veiligheid van nieuwe voedermiddelen. Of beleidsvragen over de verhouding van de GMP+ FSA tot de EU-wetgeving voor veilig diervoeder (Algemene Levensmiddelenwetgeving) en zeer praktische vragen over de kalibratie van weegapparatuur. Den Hartog: “We hebben veel kennis en ervaring. Met ons uitgebreide wereldwijde netwerk, hebben we toegang tot nog meer. We zullen bedrijven blijven faciliteren bij het zorgen voor diervoederveiligheid. Met generieke maatregelen waar nodig en voorwaarden en criteria op maat waar mogelijk."
Den Hartog verwacht dat het GMP+ Feed Certification scheme zich geleidelijk zal blijven ontwikkelen en dat de regionale verschillen in, en toevoegingen aan het schema zullen toenemen. Anticipatie van trends en ontwikkelingen blijven noodzakelijk, zoals de recentelijke focus die GMP+ International heeft gelegd op de diervoederveiligheidscultuur (begin 2011), integriteit (begin 2016) en fraude (begin 2017). Daarnaast verwacht GMP+ International dat het aantal gecertificeerde bedrijven zal blijven groeien, met name in Midden- en Oost-Europa, Azië en in de nabije toekomst het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Zuid-Europa.
Deze ontwikkelingen vereisen ook voortdurende aanpassingen binnen de organisatie: “We willen dat onze kennis en ervaring op een hoog niveau blijft. Daarnaast zijn we op zoek naar participatie en samenwerking waar dit functioneel is. Deels met andere organisaties en deels door middel van, bijvoorbeeld, de wederzijdse erkenning met andere schemahouders. Tegelijkertijd werken we aan een intensievere uitwisseling van kennis en ervaringen met onze gecertificeerde bedrijven. Immers, hun wensen vormen de basis van ons werk,” besluit Den Hartog.