EWS en T&T

donderdag 15 juni 2017

Steeds belangrijker voor diervoederveiligheid. Dé kans voor bedrijven om voortrekkersrol te pakken in transparantie. Klimaatverandering, een groeiende wereldbevolking en verduurzaming: de grootste uitdagingen voor de diervoederindustrie maken vroegtijdige waarschuwing (EWS) en traceerbaarheid (Tracking & Tracing, T&T) steeds belangrijker. Naast preventieve maatregelen voor het beheersen van risico’s, zijn ook instrumenten nodig voor corrigerende maatregelen in geval van een contaminatie.

De belangrijkste mondiale uitdagingen van deze tijd kunnen catastrofale gevolgen hebben voor de kwaliteit en beschikbaarheid van (grondstoffen voor) diervoeders. Vaker dan voorheen zullen situaties ontstaan waarin de risicobeheersing tekortschiet (wat zich uit in een overschrijding van de safety limit van een ongewenste stof), of waarin partijen uit voorzorg worden teruggehaald – bedrijven worden voorzichtiger, daarover straks meer. Om de schade te beperken en het vertrouwen te behouden dan wel te herstellen, is een cruciale rol weggelegd voor vroegtijdige waarschuwing en traceerbaarheid.

 

Veiligheidsketen

Zowel EWS als T&T maken deel uit van de zogeheten veiligheidsketen. Deze keten bestaat uit twee delen – risicobeheersing en incident- en crisisbeheersing – en vormt de ruggengraat voor veiligheidsborging (zie figuur). Pro-actie, preventie, preparatie, respons en herstel zorgen samen voor een stabiel, veilig en betrouwbaar veiligheidssysteem voor diervoeders.

Risicobeheersing bestaat uit pro-actie (maatregelen die onveilige situaties structureel voorkomen) en preventie (maatregelen die risico’s reduceren om incidenten en crises te voorkomen). Incident- en crisisbeheersing bevat drie delen: preparatie (maatregelen ter voorbereiding op het bestrijden van incidenten en crises), respons (maatregelen die bij incidenten en crises zorgen voor stabilisatie) en herstel (activiteiten na afloop, zoals evaluatie en nazorg).



Voorzorg nooit afdoende

In de kern komt risicobeheersing neer op voorzorg. In ons diervoederveiligheidsschema GMP+ Feed Safety Assurance (GMP+ FSA; zie kader) is dit uitgewerkt in minimumeisen, productstandaarden, HACCP en kwaliteitsmanagement (ISO). Maar hoeveel voorzorgsmaatregelen een bedrijf ook neemt, incidenten zijn nooit helemaal uit te sluiten. We hebben nu eenmaal te maken met schommelingen in de natuur, menselijke fouten en soms ook crimineel handelen.

Bij incidenten bieden EWS, T&T en recall-procedures een betrouwbaar vangnet om op terug te vallen (en om dezelfde incidenten elders te voorkomen door tijdig corrigerend handelen).


EWS

Bedrijven die gecertificeerd zijn voor GMP+ FSA zijn verplicht hun verantwoordelijkheid te nemen door tijdig de juiste maatregelen te treffen. Zo dienen zij melding te maken van situaties met onveilig diervoeder, zowel bij GMP+ International als bij de afnemers (middels T&T). Ook laat het bedrijf de bewuste partijen blokkeren en indien nodig terughalen (recall). Daarna dient de onderneming in kwestie de bron van de contaminatie te traceren (opnieuw T&T), zodat de voorgaande schakels hun risicobeheersing aanpassen om herhaling te voorkomen. GMP+ International beoordeelt na de melding of vervolgactie vereist is. In dat geval worden andere bedrijven gewaarschuwd om extra alert te zijn met de grondstoffen of producten in kwestie.

Deelnemers van GMP+ FSA zijn verplicht binnen twaalf uur na bevestiging van een contaminatie een EWS-melding te doen bij GMP+ International, hun certificatie-instelling en – indien wettelijk verplicht – bij de bevoegde autoriteit. Dit geldt zowel voor contaminaties die de wettelijke en/of GMP+ norm overschrijden als bij contaminanten waarvoor geen norm bestaat, maar die wel een risico vormen voor de diervoederveiligheid.

 

Toename EWS-meldingen

Het aantal EWS-meldingen dat GMP+ International ontvangt, neemt in rap tempo toe: van 147 in 2015 tot 250 in 2016. Dat lijkt op het eerste gezicht slecht nieuws, maar is dat niet per se. Zo was de toename mede het gevolg van een aanscherping van de meldplicht. Ook bleken bedrijven beter in staat vroegtijdig (potentiële) risico’s voor de diervoederveiligheid te signaleren. Zij konden er met succes actie op ondernemen; in de meeste gevallen hadden ze de situatie snel onder controle. GMP+ International verstuurde ‘slechts’ 21 waarschuwingen (vier meer dan in 2015). In 80 procent van de gevallen ging het om problemen met voedermiddelen, bij de resterende 20 procent om mengvoeders, additieven, premixen, huisdiervoeders en niet-diervoeders.


Voor het tweede jaar op rij waren te hoge waardes van residuen van gewasbeschermingsmiddelen de voornaamste reden voor een melding (2016: 67 meldingen, 2015: 45 meldingen). Op de tweede plek eindigden te hoge niveaus van mycotoxinen (2016: 48 meldingen). Deze top twee laat iets zien van de moeilijkheden de afgelopen jaren om veilige grondstoffen voor diervoeders te telen en te oogsten. De achterliggende oorzaak was vaak natte weersomstandigheden, in 2015 en 2016 met name in Zuid-Amerika. Ook kan dit een voorbode zijn van wat ons te wachten staat met klimaatverandering. Wat in elk geval zeker is, is dat de diervoederindustrie alerter en actiever moet zijn op de gevaren mycotoxinen en residuen – zowel met de risicobeheersing als met vroegtijdige waarschuwingen. Het overzicht van EWS-meldingen vormt een goede input voor het aanscherpen van het (bedrijfseigen) HACCP-plan.

 

Blokkades

In de Europese markt is de problematiek met residuen van pesticiden extra gecompliceerd, deels omdat EU-wetgeving blokkades opwerpt. Dit geldt vooral voor situaties waarbij residu wordt gevonden bij geïmporteerde voedermiddelen van pesticiden waarvoor de EU geen toelating kent. In dat geval levert elke vondst een fors knelpunt op en verstoorde grondstofstromen.

Niet alleen de overheid, ook de markt zelf werpt blokkades op, vooral in West-Europa. Bij consumenten, afnemers en maatschappelijke organisaties groeit de aandacht voor – en de afkeer van – residuen van pesticiden. Reden te meer voor bedrijven om te verduurzamen en maatregelen te treffen die het gebruik van residuen van pesticiden omlaag brengen. Daardoor zullen er ook minder vaak problemen opspelen met te hoge waardes in voedermiddelen en/of mengvoeders.

 

Veeleisende consument

EWS-meldingen leveren hiervoor waardevolle input, maar stellen tegelijkertijd scherpe eisen aan de traceerbaarheid. Immers, bij iedere vondst van te hoge waardes van residu moet de omvang van het probleem en de tijdsduur waarop het zich voordeed snel helder zijn. Dit betekent nagaan hoe groot de partij verontreinigde diervoeder(grondstof) is (tracking) en in kaart brengen wat de herkomst was en in welke mate die in de markt is gebracht (tracing).
 
Tracking & tracing moet bovenal snel zijn. EU-regelgeving schrijft voor dat het T&T-overzicht ‘onverwijld’ aangeleverd moet kunnen worden bij de autoriteiten. Bij GMP+ FSA is dit concreet gemaakt: bij problemen met een partij diervoeder moet het bedrijf binnen vier uur kunnen melden wie de leverancier was en welke afnemer(s) uit deze partij (geproduceerd) diervoeder geleverd heeft gekregen. De ervaring leert dat deze aanpak zeer effectief is en grootschalige incidenten met verontreinigd diervoeder en financiële schade voorkomt.

Snel en transparant handelen geeft de markt vertrouwen en levert het bedrijf bovendien een goed imago op. De hedendaagse veeleisende consument/afnemer verwacht snel actie en inzicht in de maatregelen en het effect ervan. Uit oogpunt van ‘reputatiemanagement’ valt te verwachten dat bedrijven ook steeds vaker ‘uit voorzorg’ maatregelen zullen treffen. Dit is al zichtbaar in de toename van het aantal recalls bij supermarkten en hun leveranciers. Het is niet ondenkbaar dat die trend doorzet verder terug de productieketen in en ook van toepassing wordt in de diervoederindustrie.

 

QR-code

GMP+ FSA eist al van gecertificeerde bedrijven om binnenkomende en uitgaande productstromen in de administratie te koppelen. In het geval een analyse uitwijst dat een voederpartij te hoge waardes van een contaminant heeft, is dan administratief na te gaan in welke partij(en) van een mengvoeder dit is verwerkt. Maatregelen, zoals blokkeren voor verder gebruik of een recall, zijn dan heel gericht uit te voeren. Zo blijft de financiële schade beperkt.

In toenemende mate zal T&T als instrument realtime inzicht geven in productstromen, in plaats van ‘alleen’ bij problemen. Er zijn al concepten waarmee consumenten via een unieke (QR-)code een product in het winkelschap kunnen scannen, en zien waar het is geproduceerd, welke (diervoeder)grondstoffen ermee gemoeid zijn en of ze aan duurzaamheidseisen voldoen. Vanwege de razendsnelle ontwikkelingen in ‘big data’ zal die trend eerder sneller dan later gemeengoed worden in de markt. Bedrijven die hierop snel acteren, staan op voorsprong.

 

Mondiale uitdagingen

Het is niet de rol van GMP+ International om te fungeren als aanjager van deze ontwikkelingen. Als beheerder van een diervoederveiligheidscertificaat is dat niet onze taak. Wel zorgen we ervoor dat we zicht houden op de mondiale uitdagingen en op de veranderende eisen van consumenten en afnemers. Zorgt de groei van de wereldbevolking voor tekorten aan hoogwaardige grondstoffen? Neemt het gevaar toe dat minder geschikte grondstoffen op de diervoedermarkt hun intrede doen?

Wij bieden bedrijven kennis van trends en ontwikkelingen, inzichten in hoe ze van invloed zijn op de diervoederveiligheid en manieren om die veiligheid te borgen met preventieve, proactieve en reactieve maatregelen. Daarbij putten wij uit de kennis en ervaring van vele stakeholders, bij wie wij continu het oor te luister leggen. Deze multi-stakeholderparticipatie zorgt er tevens voor dat GMP+ FSA aansluiting houdt op de praktijk van de gecertificeerde bedrijven.

 

Internationaal congres GMP+ International
Het certificatieschema GMP+ Feed Safety Assurance is in 25 jaar opgebouwd. Het is de combinatie van kenmerken die GMP+ FSA tot wereldwijd toonaangevend certificatieschema heeft gemaakt: ISO en HACCP, EWS en Tracking & Tracing, Ketenbenadering, Internationale reikwijdte, Country Notes, Duurzaamheid, Integriteit, Fraudepreventie en Aandacht voor bedrijfscultuur. Ons schema stelt bedrijven in staat om veilig diervoeder te maken, zodat consumenten kunnen beschikken over veilig eten van dierlijke oorsprong. In 2017 bestaat GMP+ International 25 jaar. Dit jubileum wordt onder meer gevierd met een groot internationaal congres in de Beurs van Berlage te Amsterdam, begin november. Meer informatie is te vinden op www.gmpplus.org.