Alertheid geboden: diervoederfraude is gevaarlijk en kostbaar. Een fraude-incident kan een bedrijf tot wel 15 procent van zijn jaarlijkse omzet kosten. Hoewel concrete cijfers ontbreken, lijkt het aantal fraudegevallen in de diervoedersector toe te nemen. GMP+ International, eigenaar en beheerder van het GMP+ certificatieschema voor de diervoedersector, pleit voor meer bewustwording en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. ‘Ga zelf op onderzoek uit. Klopt iets niet, spreek de leverancier aan en zoek uit waar de fout vandaan komt.’
De transporteur en de bedrijfsleider schudden elkaar de hand. De vrachtwagen met de bevoorrading is weer gearriveerd, zoals elke vrijdagmiddag. Maar anders dan andere keren is het zegel op de transportwagen verbroken. Als de bedrijfsleider de transporteur daarop wijst, legt laatstgenoemde uit dat hij na een overnachting op een parkeerterrein heeft gecontroleerd of de vracht nog volledig was. De bedrijfsleider kent de transporteur al langer en accepteert zijn verklaring. Uitladen maar.
Het zijn signalen als deze die kunnen wijzen op fraude, vertelt Johan den Hartog, Managing Director bij GMP+ International uit Rijswijk (Nederland). ‘Als met de leverancier is afgesproken dat producten verzegeld worden afgeleverd, dan moet de leverancier zich daar te allen tijde aan houden. Accepteer geen smoesjes, ook niet als het alle voorgaande keren wel goed is gegaan. Spreek de leverancier erop aan. Afspraak is afspraak. Er kan onderweg mee gesjoemeld zijn. Onvolledige vermelding van bedrijfsnaam op vrachtbrieven of koopcontract kan ook misleiding over herkomst tot doel hebben.’
Fraude is bedrog: het opzettelijk vervalsen van producten (of informatie), bijvoorbeeld door het toevoegen van verkeerde of verboden producten, met het oog op geldelijk gewin. Diverse incidenten in de diervoedersector in het verleden waren het gevolg van frauduleus handelen. Omdat fraude door de daders zoveel mogelijk onder de pet wordt gehouden, komen lang niet alle gevallen aan het licht, waardoor harde cijfers over de omvang van het fenomeen ontbreken. Maar als het verleden ons één ding heeft geleerd, is het dat fraude vroeg of laat uitkomt en tot schandalen leidt.
Den Hartog: ‘Frauduleus handelen komt nog steeds voor en sommige spelers in de markt hebben hun lesje nog steeds niet geleerd. Ze nemen bewust risico’s over de rug van anderen voor hun eigen geldelijk gewin’, zegt Den Hartog. Tegelijkertijd wijst hij erop dat kwesties die vroeger als veiligheidsissue aangemerkt zouden worden, vandaag de dag fraude worden genoemd. ‘Door ervaringen wijs geworden, leggen we de lat hoger.’ Het toegenomen belang van diervoederveiligheid speelt daarin een grote rol. ‘De normen en waarden zijn verschoven’, aldus Den Hartog. ‘Jaren geleden werd nog geaccepteerd dat op een afleverbon handmatig wijzigingen werden aangebracht. Nu is dat ondenkbaar.’
Nu gaat het GMP+ International bij fraude niet om het vangen van boeven – het onderwerp fraude is geen specifiek onderdeel van het GMP+ certificatieschema, tenzij het directe en concrete gevolgen heeft voor de veiligheid van diervoeder. ‘Auditoren zijn geen opsporingsambtenaren.’ Het gaat GMP+ International vooral om bewustwording en dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen.
‘Bedrijven moeten altijd alert zijn’, vindt den Hartog. ‘Wordt een product aangeboden tegen een lagere prijs dan de marktwaarde, dan moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Heb je het vermoeden dat niet is geleverd wat je hebt besteld of heeft het product een afwijkende kleur of geur, voer dan een analyse uit: kloppen de specificaties? Is er een andere transportroute gereden dan afgesproken? Ga zelf op onderzoek uit. Klopt iets niet, spreek de leverancier aan en zoek uit waar de fout vandaan komt.’
Dit hoeft niet veel extra werk te betekenen, benadrukt hij. Bedrijven met een GMP+ certificaat hebben al een infrastructuur opgebouwd voor crises. Zo heeft elk bedrijf een crisisteam voor voorvallen met onveilig diervoeder, als onderdeel van het Early Warning System (EWS). ‘Gebruik je huidige processen ook om tijdig fraudegevallen te signaleren’, raadt Den Hartog aan. Heeft de fraude gevolgen voor de veiligheid, dan zijn deelnemende bedrijven verplicht daarvan binnen 12 uur een melding te doen bij GMP+ International.
Nu hoeft een fout niet meteen te wijzen op fraude. En fraude reikt niet meteen tot het niveau van het Europese paardenvleesschandaal uit 2013. Toch dienen bedrijven waakzaam te blijven, ook met ‘kleine’ fraudegevallen, betoogt Den Hartog. ‘Het gaat verder dan alleen voederveiligheid. Fraude kan ook een sterke aanwijzing zijn voor grotere problemen binnen een bedrijf, zoals een chaotische bedrijfsvoering of financiële problemen. Als dat het geval is, moet je je afvragen of je wel met die leverancier wilt blijven samenwerken. De problemen daar zullen op termijn ook jouw problemen worden.’
Een kritische blik is ook gewenst wanneer de leverancier niet de fraudepleger is, maar er zelf slachtoffer van is geworden. ‘Onderzoek toont aan dat wanneer een rechtstreekse leverancier wordt getroffen door fraude, de kans toeneemt dat ook jouw bedrijf slachtoffer zal worden (Food fraud vulnerability and its key factors (Van Ruth, Huisman, Luning: Trends in Food Science & Technology, 67, 2017).’ En dat kan een dure grap worden: een fraude-incident kan een bedrijf 2 tot 15 procent van zijn jaarlijkse omzet kosten, blijkt uit onderzoek uit de food-industrie (Consumer Product Fraud and Deterrence, Grocery Manufacturers Association, 2010).
In de sector komt het gesprek over fraude steeds meer op gang, constateert de Managing Director van GMP+ International tevreden. De organisatie had daar zelf een aandeel in door het uitbrengen van een informatiedocument over fraude. Dit document, dat is opgesteld in samenwerking met professor Food Authenticity Saskia Ruth van Wageningen University, bevat tools en aanwijzingen voor bedrijven om fraude te herkennen. Zo zijn bepaalde producten, processen en regio’s kwetsbaarder voor fraude dan andere (vloeibare producten zijn gemakkelijker te vervalsen dan vaste producten).
Den Hartog: ‘Omstandigheden in een land of regio van herkomst kunnen bedrijven ertoe bewegen om fraude te plegen. Ook een hoge mate van corruptie en armoede verhoogt de kans op fraude.’
Bij twijfel kunnen bedrijven gericht onderzoek doen naar organisaties, bijvoorbeeld door te kijken naar onafhankelijke bronnen als RASFF-notificaties (selecteer bij hazard: adulteration/fraud), de database van de US Pharmacopeial Convention, wetenschappelijke publicaties, GMP+ EWS-meldingen, GMP+ nieuwsbrieven, rapporten van instanties of nieuws in de media. Daarnaast geven de Transparency International Corruption Perception Index en de Multi-dimensional Poverty Index bedrijven een beeld van de mate van corruptie in een bepaalde regio.
Achterdocht is niet nodig, zegt Den Hartog. Alertheid wel. ‘Fraude kan een enorme impact hebben op een bedrijf. De vraag ‘ben ik goed voorbereid?’ zou elk bedrijf zich dan ook continu moeten stellen.’
Alertheid op fraude is cruciaal voor ondernemers in de feed sector. Daarom organiseert GMP+ International op 14 december 2017 de training Grip op Gevaar. Deelnemers leren fraude te herkennen en krijgen handvatten aangereikt om er vat op te krijgen. Voor meer informatie of inschrijven: +31 (0)70 307 41 20 of info@gmpplus.org. Kosten: € 895 ex. BTW. Inclusief terugkomochtend op 15 februari 2018.